'Dogman' (Italië, 2018, Matteo Garrone) en Camus


Dogman, fragment affiche


Wat is zwak... sterk? Goed... slecht?
Of liever: in welk klein maar cruciaal hoekje schuilt het verschil tussen moed en lafheid, goed- en slechtheid? 
Zegt dierenliefde - of juist het ontbreken hiervan - iets wezenlijks over iemands inborst?
Is 'hondse trouw' een prijzenswaardige eigenschap, of juist niet?
Kan één levende ziel, ergens op de wereld, zich met succes verweren tegen botte overmacht?
En zo ja, ten koste van wat?
Draait alles in de het leven alleen om... macht?
Tot slot de belangrijkste van allemaal: wie zal zich het recht aanmatigen om over dit alles te oordelen?

Een film die zóveel vragen oproept moet bijna wel goed zijn.
Want als je de zaal uit loopt twijfel je (tenminste tijdelijk) zo ongeveer aan alles.
Vooral de volgende vragen bleven bij mij hangen:
1) Welke ontwikkeling maakt hoofdpersoon Marcello door?
2) Waarom heeft deze geschiedenis zo'n universele zeggingskracht? 
Om grip te krijgen op deze vragen blijkt het boekje 'The rebel' (L'homme révolté', 1951) van Albert Camus een goed hulpmiddel.
Zo lijkt de volgende passage naadloos van toepassing op het in deze verontrustende en complexe film geschetste klimaat: 
'Since nothing is true or false, good or bad, our principle will become that of showing ourselves to be the most effective, in other words the most powerful. And then the world will no longer be divided into the just and the unjust, but into masters and slaves.’
Marcello's leefwereld lijkt definitief afscheid te hebben genomen van 'the just and the unjust'.
Want in deze 'door God verlaten' badplaats regeert uitsluitend de brute fysieke kracht.
Niemand in de wijk kan Marcello's gewelddadige 'vriend' Simone de baas.
Hoofdpersonage Marcello kruipt zelfs bijna letterlijk voor hem, als een slaaf voor zijn meester.

Komt zijn gedrag voort uit lafheid?
Of eerder uit argeloosheid, machteloosheid, onnozelheid, armoede, liefde - voor zijn dochtertje - of zelfs goede trouw?
Wat het oordeel ook is, mét het ontvouwen van de prachtige beelden wordt de kijker onontkoombaar gedwongen om alle vooringenomenheid te laten varen.
Want in deze film zijn we, volkomen onverwacht, getuige van de geboorte van een rebel.
Een rebel zoals gedefinieerd door Camus: 
‘What is a rebel? A man who says no: but whose refusal does not imply a renunciation. He is also a man who says yes as soon as he begins to think for himself. A slave who has taken orders all his life, suddenly decides that he cannot obey some new command. What does he mean by saying ‘no’?’
Op een zeker moment loopt Marcello aan tegen een uiterste morele grens.
Zo'n grens die niet kan worden overschreden zonder alle (zelf)respect te verliezen. 
Plotseling staat de kleine, zwakke en haast kruiperige Marcello op en zegt 'nee'.
'Nee' tegen Simone - hoewel aanvankelijk zonder veel succes - maar eveneens 'nee' tegen de politie, die hem probeert te verleiden tot wat in zijn ogen vermoedelijk alleen 'verraad' kan zijn.

Om terug te komen op de eerste vraag: wat bezielt hem? 
Oftewel: wat bétekent Marcello's 'nee'?
Wat zit erachter? 
De kern ervan lijkt te bestaan uit (hondse) trouw: aan zijn buurman - die hem nota bene belazert - en zelfs aan zijn gewelddadige vriend.
Of is het toch vooral angst?
Angst voor uitstoting - 'de mensen hier mogen me' - of voor wraak?
Maar kán grote moed eigenlijk wel voortkomen uit angst?

Eén ding is zeker: Marcello's beproeving kan niet los worden gezien van zijn sociale en fysieke omstandigheden.
Net als elke goede roman is deze film dan ook een 'sociografie': een schets van een unieke (sociale) leefwereld, met daarin een onverwisselbare rol voor elk individu. 
Telkens als de kijker zich laat verleiden tot een 'gemakkelijk oordeel', dringt het desolate, absurdistische decor zich op.
Tegelijkertijd roepen de beelden liefde, poëzie, en zelfs schoonheid op.
Want ook dít is Italië... 
Ondanks alle geweld, corruptie en misstanden hét openluchtmuseum van Europa.

Dogman en de Italiaanse traditie

Dogman is dan ook een film in de beste Italiaanse traditie.
Artistiek gezien staat deze regisseur comfortabel op de schouders van reuzen.
Vanaf de eerste shot hebben de beelden een enorme zeggingskracht. 
De achtergrond - een in vergetelheid geraakte badplaats in de buurt van Napels - is desolaat, 'door God verlaten'.
Maar ook bizar en op een merkwaardige manier vol (weemoedige) humor.
Het is een bij uitstek absurdistisch decor.
De wonderlijke architectuur lijkt van redelijk recente datum.
Dit maakt het voortschrijdende verval des te pijnlijker.
Er is duidelijk van alles geprobeerd - donjons met kantelen - maar het heeft niet mogen baten.
De hele boel is genadeloos in verval.


Desondanks zijn de beelden soms adembenemend mooi en hangt de poëzie duimendik in de lucht.
Maar voor de verandering nu eens niet de in films zo geliefde pittoreske schoonheid, die altijd zwaar leunt op historisch kapitaal.
Wel rauwe schoonheid (poëzie), die in de praktijk meer liefde is dan iets anders.

Temidden van dit bizarre 'decor' blijken óók nog mensen te wonen.
Er lijkt zelfs sprake te zijn van enige 'sociale cohesie'.
De gezichten van de wijkbewoners zijn expressief als oeroude, verweerde, maar onmiskenbaar reeds láng geleden in cultuur gebrachte, landschappen.

Maar ook de maatschappijkritische Italiaanse traditie is voelbaar.
Natuurlijk: Italië is een relatief rijk en ontwikkeld Europees land.
In theorie kan iederéén er álles bereiken.
Maar evenals elders (b)lijkt de praktijk weerbarstiger.
De chronische armoede van de personages en de vervallen en verveloze staat van de gebouwde omgeving en de openbare ruimte spreken boekdelen: van de hier gekoesterde grote dromen komt zelden iets terecht. 
‘The spirit of revolt can only exist in a society where a theoretic equality conceals great factual inequalities. […] Actual freedom has not increased in proportion to man’s awareness of it. We can only deduce, from this observation, that rebellion is an act of an educated man who is aware of his rights’. 
Marcello's hardnekkigheid - 'the spirit of revolt' - blijkt onder meer uit de dromen die hij koestert voor zijn dochtertje.
Ondanks de harde omstandigheden doet hij er alles aan om haar van tijd tot tijd met een geheel ándere wereld kennis te laten maken.
Dit levert enkele verdroomde en bijna 'wereldvreemd' ogende scènes op.

Binnen de sociale groep in de badplaats is 'Dogman', oftewel Marcello, een klassieke antiheld.
Mochten we het vergeten, dan herinnert het grimmige en absurdistische decor ons er weer aan: deze film gaat vooral over het menselijk tekort.
Maar ook over de laatste waarden.
We zien wat er overblijft van de mens als je alle 'opschik' er hebt afgepeld.

Om terug te komen op de eerste vraag: wat Marcello overkomt is de ontdekking van zijn harde kern, de geboorte van de rebel.
Marcello blijkt te beschikken over zekere grenzen die niemand kan overschrijden.
Door het weergaloze spel van deze acteur zijn wij hier zomaar getuige van: een zeldzaam inkijkje in de menselijke ziel.

Dan de tweede vraag: waarom heeft dit verhaal - deze uitbeelding van een in wezen klassiek verhaal - zo'n universele zeggingskracht?
Als deze film íets uitdrukt dan is het, in de woorden van Albert Camus,
‘That hopeless encounter between human questioning and the silence of the universe’
Ondanks - ongetwijfeld - een geschiedenis van sociale uitsluiting en eenzaamheid heeft Marcello een kern van liefde, argeloze trouw en goedheid in zichzelf weten te bewaren.
Marcello is heldhaftig genoeg om in deze omstandigheden bepaalde waarden te koesteren.
Zelfs (juist?) als hij tot in het extreme wordt uitgedaagd houdt hij stand. 
In de woorden van Camus:
‘Rebellion cannot exist without the feeling that somewhere, in some way, you are justified. It is in this way that te rebel slave says yes and no at the same time. […] …a complete and spontaneous loyalty to certain aspects of himself. Thus he implicitly brings into play a standard of values so far from being false that he is willing to preserve them at all costs. Up to this point he has, at least, kept quiet and, in despair, has accepted a condition to which he submits even though he considers it unjust. To keep quiet is to allow yourself to believe that you have no opinions, that you want nothing, and in certain cases it amounts to really wanting nothing. Despair, like Absurdism, prefers to consider everything in general and nothing in particular. Silence expresses this attitude very satisfactorily. But from the moment that the rebel finds his voice – even though he has nothing to say but no – he begins to consider things in particular. […] He chooses what is preferable to what is not. Not every value leads to rebellion, but every rebellion tacitly invokes a value.’
Het gaat dus om waarden - in de zin van: 'zekere aspecten van het zelf' - die hem boven alles gaan.
Bijvoorbeeld zijn diepe liefde voor honden, en voor zijn dochtertje.
Maar ook zijn diepgevoelde trouw aan mensen.
Zelfs als deze het niet erg goed met hem voorhebben. 

We zien Italië, een ontwikkeld en in diepste wezen artistiek land.
Opstandigheid maakt hier deel uit van wat Camus de 'historische realiteit' noemt.
Uiteindelijk moet Marcello wel in opstand komen en voor zichzelf bepalen waaruit zijn laatste waarden bestaan.

Zijn er nog absolute waarden en zo ja, welke zijn dat dan?
Eén ding is zeker: de prijs die Marcello uiteindelijk zal moeten betalen is te hoog.
In één moeite door toont deze geschiedenis dan ook hoe gruwelijk het mis kan gaan bij de geboorte van de rebel - het balanceren over het smalle koord van (tegenstrijdige) morele waarden.

Mede onder invloed van cocaïne, overschrijdt Marcello een bijna 'heilige' grens (moord).
Hiermee lijkt hij onwillekeurig een tragisch proefkonijn.
Of een klein en kwetsbaar speelveld - is zelfs het voetbalveld symbolisch? - waarop de universele menselijke strijd wordt uitgevochten.
Een slag die eigenlijk de strijd van zijn gehele omgeving is.
Een slag om de allerlaatste waarden.
Maar helaas met dramatische gevolgen voor onze sympathieke held:
‘Insurrection is certainly not the sum of total human experience. But the controversial aspect of contemporary history compels us to say that rebellion is one of man’s essential dimensions. It is our historical reality. Unless we ignore reality, we must find our values in it. Is it possible to find a rule of conduct outside the realm of religion and absolute values? That is the question raised by revolt. […] We then have the authority to say that any type of rebellion which claims the right to deny or destroy this solidarity simultaneously loses the right to be called rebellion and actually becomes an accomplice to murder. […] And so the real drama of revolutionairy thought is revealed. In order to exist, man must rebel, but rebellion must respect the limits that he discovers in itself – limits where minds meet and, in meeting, begin to exist.’
Omdat Marcello deze uiterste grens heeft overschreden verliest hij zijn sociale omgeving.
Het is bijna griezelig hoe de slotscène precies lijkt te verbeelden wat Camus al in 1951 formuleerde.
Dit betekent wel dat het hier gaat om een oud verhaal, dat klaarblijkelijk alwéér - want zo gaat dat met verhalen! - verteld moest worden.

Ondertussen blijft de kijker in verwarring achter.
Want de kijker 'moet' er iets mee. 
Ook nu, bijna zeventig jaar later, is de bijna onvermijdelijk lijkende en telkens weer optredende geboorte van de rebel nog altijd even actueel.
Hoe verhouden wíj ons eigenlijk tot de laatste waarden?

Wat ik zeggen wil: deze film moest worden gemaakt. 
Uiteindelijk is het zelfs een film met een zekere hoop.
Want uiteindelijk ontwaakt Marcello uit zijn passiviteit en komt tot bewustzijn. 
Al blijft hij dan in de eerste fase steken...
Diep in Marcello bevindt zich als het ware een harde kern die we, met een groot woord, best 'de menselijke natuur' zouden kunnen noemen.
Dit betekent dat de mens - hoewel bijna letterlijk 'van God los' - uiteindelijk niet alleen is: 
‘An analysis of rebellion leads us to the suspicion that, contrary to the postulates of contemporary thought, a human nature does exist, as the Greeks believed. Why rebel if there is nothing worth preserving in oneself? The slave asserts himself for the sake of everyone in the world when he comes to the conclusion that a command has infringed on something inside him that does not belong to hem alone, but which he has in common with other men – even with the man who insults and oppresses hem. […] Undoubtedly he demands respect for himself, but only in so far as he identifies himself with humanity in general.’

Wij, als kijker, identificeren ons met Marcello.
Geen simpele psychologische identificatie met een willoos en passief slachtoffer van de omstandigheden, maar de universele erkenning van een gedeeld stukje menselijke natuur. 

Om met Gerard Reve (De Avonden) te spreken: 
'het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven'.
Maar toch: hoe moet het verder met die 'door God verlaten' maar desondanks zo onwaarschijnlijk moedig geworden Marcello?
In plaats van de (onwillekeurig) verwachte heldenstatus, wacht hem de gevangenis.
Al verlost hij de buurt eigenhandig van een alom gehate terrorist.

De kijker is minutenlang getuige van dit opkomende besef - wáár vonden ze de man die dít zó kon spelen?!
Op het gebied van rebelleren blijkt Marcello - hoe kan het anders? - dus een 'absolute beginner'.
Maar - in vergelijking met het overgrote deel van de mensheid - is dit al héél wat...
Hoe dan ook is er iets heel bijzonders met hem gebeurd.
Aanvankelijk zien we hem vooral bezig met 'overleven': zijn kostje bij elkaar scharrelen, 'onder de radar blijven', zijn dochter een glimp van een andere wereld laten zien.
Maar door in opstand te komen is hij plotseling een gelijke geworden; in zekere zin zelfs van God, omdat hij zich verhoudt - noodgedwongen moet verhouden - tot de laatste waarden:
‘Previous to this insurrection the slave accepted all the demands made upon him. […] He was patient and though, perhaps, he protested inwardly, he was obviously more careful of his own immediate interests – in that he kept quiet – than aware of his own rights’ […] …demands that he should now be treated as an equal. […] Knowledge is born and conscience awakened.’
Wel is er nog een lange weg te gaan.
Welke weg, en met wie?
Dankzij de profetische woorden van Camus weten we dat Marcello, uiteindelijk, niet alléén is.
Wij, de kijkers, zijn er ook nog!
En dát is het begin.
Terwijl wij getuige zijn van Marcello's strijd, wordt voor ons de wereld als het ware een stukje 'werkelijker'.
Want zijn wij niet allemáál Marcello's? 

Camus krijgt het laatste woord:
'In absurdist experience suffering is individual. But from the moment that a movement of rebellion begins, suffering is seen as a collective experience – as the experience of everyone. Therefore the first step for a mind overwhelmed by the strangeness of things is to realize that this feeling of strangeness is shared with all men and that the entire human race suffers from the division between itself and the rest of the world. The unhappiness experienced by a single man becomes collective unhappiness. In our daily trials, rebellion plays the same role as does the ‘cogito’ in the category of thought: it is the first clue. But this clue lures the individual from his solitude. Rebellion is the common ground on which every man bases his first values. I rebel – therefore we exist.’

Eindoordeel

Néé, ik ga de plot niet (na)vertellen. 
Dat deden andere recensenten al.
Wel volgt hier een eindoordeel van Dogman, op basis van de door mij opgestelde 'elf kenmerken van de literaire film':


Elf kenmerken literaire film


Eindoordeel volgens de elf kenmerken:

  1. Er is wel muziek, maar zeer subtiel. (-1) 
  2. Antiheld Marcello gaat psychisch uit de kleren, en hoe! Zulk diepgaand acteerspel zie je niet vaak.
  3. Op moreel gebied worden in deze rijke en complexe film zo ongeveer alle vanzelfsprekendheden op de helling gezet. Voor de kijker zit er dan ook niets anders op dan het oordeel op te schorten. 
  4. Van oudsher heeft Italië een sterk socialistische/communistische traditie. Dit is te merken. Kunnen wij de handel in cocaïne van de hoofdpersoon veroordelen als hij het geld gebruikt om zijn dochter enkele pareltjes in een verder zo grauwe jeugd te bieden? Wat moet hij anders?
  5. De kijker wordt geacht van dit alles 'chocola te maken'. Zoek het maar uit!
  6. De film is traag. Met name de slotscène, waarin de hoofdpersoon bijna letterlijk de schellen van de ogen vallen, blijft op je netvlies gebrand.
  7. Antwoorden? Nee, díe zijn in deze film niet te vinden. 
  8. De artistieke kwaliteit - huiveringwekkend, poëtisch, ten diepste tragisch - van de beelden is onovertroffen. De filmmaker staat dan ook op de schouders van Italiaanse reuzen. 
  9. Er is veel geweld in de film, maar nog veel meer niet. De vermoedelijk meest gewelddadige acties - als de hoofdpersoon 'er een jaartje tussenuit is' - worden niet getoond... Uitsluitend 'functioneel geweld' dus, als je dat zo kunt zeggen.
  10. Ja, deze film moest worden gemaakt. Dit is onder meer te zien aan het feit dat er 'geen mus van het dak valt' zonder reden. Zo verwijst de prachtige openingsscène al onmiddellijk naar een gruwelijke gebeurtenis tegen het einde van de film en herinnert het absurdistische decor ons telkens aan de sociale en maatschappelijke setting waarin dit individu zich staande moet zien te houden.
  11. Deze film is een universum op zichzelf. Hoewel het thema tijdloos is, is de uitwerking volstrekt origineel en lijkt geen enkel protocol te hebben gevolgd.

Maakt samen 10 (met een griffel).

Reacties

Populaire posts