The Ancient Woods (Litouwen, 2017, Mindaugas Survila)


Uit 'The ancient Woods', 2018


Natuur is voor tevredenen of legen; En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos ter grootte van een krant. Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Aldus de dichter Bloem, in zijn beroemd(st)e gedicht 'De Dapperstraat'.
Het is een klassiek en - voor die tijd - zelfs enigszins profetisch gedicht.
Want inmiddels is dit gegeven - 'een stukje bos ter grootte van een krant' - voor een groot deel van de wereldbevolking de dagelijkse realiteit.
Meer dan 55 procent van de wereldbevolking woont inmiddels in (grote) steden en dit percentage neemt nog elke dag toe
Zo raakt de mensheid in toenemende mate afgesneden van de oorspronkelijke - 'wilde' - natuur.

Met dingen die je tóch niet kunt veranderen kun je je, als verstandig mens, maar beter verzoenen. 
Liever geen onmogelijke eisen dus.
Niet gewekt willen worden door het gezang van de nachtegaal dus, en stoppen met dromen over een wandeling langs velden vól met leeuweriken.
Maar dankbaar(!) genieten van wat er nog (juist) wel beschikbaar is.

Zo blijkt er, tenminste 'voor wie niet veel verwacht', schoonheid en zelfs geluk te vinden in 'grauwe, stedelijke wegen' en 'wolken' die 'omrand door zolderramen, langs de lucht bewegen'.
Bloems 'bescheiden' ontvankelijkheid is ook terug te vinden bij tijdgenoot Simon Vestdijk, met zijn liefde voor 'halfland'lijkheid', 'fabrieksterreinen waar tussen arm'lijk gras de lorrie rijdt'. 
Ook de onlangs uitgekomen film Dogman is een monument van zich 'onverwacht' openbarende schoonheid.
Deze keer in desolate, vervallen (maar relatief moderne) architectuur waarin de poëzie nooit ver weg is. 

Langzamerhand schaam ik me een beetje. 
Ben ik, met mijn diepe verlangen naar de 'wilde natuur' en periodiek terugkerende wanhoop over het toenemende verlies aan 'biodiversiteit' - voor mij als stedeling onvermijdelijk een wat abstracte term - een veeleisend of zelfs verwend mens?
Als Westerse vrouw profiteer ik nota bene zwaar bovengemiddeld mee van de grote zegeningen van deze tijd.
Natuurlijk zou ik - zomaar een greep - de gezondheidszorg, het vrouwenkiesrecht, hoger onderwijs, een sociaal vangnet of voedselzekerheid niet willen missen!
Niets voor niets, alles heeft zijn prijs... dat snap ik best.
Wat kan ik, in alle redelijkheid, nog méér eisen?!

Nou ja, als ik eerlijk ben: ik zou wel een beetje meer natuur 'willen'...
Bossen om in te (ver)dwalen, velden vol leeuweriken, overal wolken vlinders en in mijn eigen tuin weer regelmatig egeltjes (die ik nooit meer zie...).
Want net als die dichters en kunstenaars uit de romantiek ben ik gek op de 'wilde' natuur.
In de natuur kom ik tot rust, de natuur verbindt mij met het 'grotere geheel', de natuur biedt troost - dit alles gaat toch maar door, ondanks mijn beslommeringen, ook als ik er niet meer ben - en de natuur biedt eeuwige maar toch altijd weer 'onverwachte' schoonheid.

Gelukkig komt de film 'The ancient Woods' ruimschoots tegemoet aan mijn 'romantisch' natuurverlangen...
In - nota bene - betrekkelijk 'gewone' en zelfs noordelijke bossen dwalen sprookjesachtige dieren waarmee ik zelf nooit in contact ben geweest. 
Het is goed om te weten dat er in Noord-Europa nog zulke uitgestrekte bossen zijn.   

Maar wat een gemis, dat wij dit allemaal niet meer uit eigen ervaring kennen!
Zelf 'mis' ik bijvoorbeeld het gezang van de nachtegaal. 
Bij vlagen voel ik me beroofd, tekort gedaan, en zelfs boos.
Maar hoe kán ik redelijkerwijs iets missen wat ik niet eens ken?
Nou ja, uitsluitend van internet...

Misschien is het omdat nachtegalen en/of leeuweriken in de 'grote' romans - tenminste tot voor kort - tot vervelens toe bleven kwelen en kwetteren.
Hun gezang leek zo'n beetje onderdeel van het dagelijks leven, tenminste op het platteland.
Elke boer - en waren wij niet allemaal boeren? - herkende het geluid. 

Komt het door die 'romannetjes' dat het gemis van de nachtegaal en de leeuwerik mij vagelijk kwelt?
Wat tijdschriften en flut( liefdes)-romannetjes zijn voor Emma Bovary, zijn de 'literaire meesterwerken' blijkbaar voor mij...
Is het mogelijk dat ik meer overeenkomsten vertoon met deze onverzadigbare en gefrustreerde negentiende-eeuwse heldin dan met de rationele en verantwoorde wereldverbeteraar die ik mij zelf verbeeld te zijn?!

Met mijn nostalgische gedroom over dingen 'van horen zeggen' die ik zo graag zou willen 'ervaren' verlang ik misschien wel naar een paradijselijke toestand die nooit heeft bestaan...
Precies zoals de door Louise Fresco in 'Hamburgers in het paradijs' beschreven milieu-activisten eigenlijk...
We bedoelen het goed, maar als wetenschappers en politici naar ons, wereldvreemde naïevelingen - 'klimaatgekkies' - zouden luisteren, zijn de donkere middeleeuwen niet ver weg...

Ik voel me betrapt.
Ik lijk - nota bene - op Madame Bovary, de eerste in de literatuur beschreven onverzadigbare consument!
Pijnlijk: om aan de 'leegheid' van het stedelijke leven te ontsnappen idealiseer ik 'onbereikbare' zaken die ik, strikt genomen, helemaal niet nodig heb.
Luxe, kortom.
En dat terwijl de 'kindertjes in Afrika'* honger hebben...

Maar toch.
Zouden Vestijk en Bloem zelfs(!) in onze tijd het vermogen hebben gehad om schoonheid te ontdekken in de oprukkende 'verdozing' langs de snelwegen, de desolate zombie-natuur van hedendaagse akkerbouw, de neon-reclames in de moderne winkelstraten of het gezoem van de bladblazers van de buren?

Waar de oude industriële periferie met ranke staalconstructies en gemetselde schoorstenen nog een zekere schoonheid uitstraalde - zelfs de geluiden! - lijkt de huidige 'efficiënte' bebouwing vooral blind en onherbergzaam.
Zowel volmaakt onverschillig als, hoewel op een merkwaardig onpersoonlijke manier, intimiderend en angstaanjagend.
Het oog vindt geen houvast en de vogels nergens broedgelegenheid.
Zelfs een mens zal er, nietig dwalend langs de onafzienbare gevelvlakken, niet gemakkelijk een ánder mens vinden.
Deze bouwsels zijn gaten in een landschap dat ter plaatse letterlijk Niemands land geworden is en uitsluitend economische wetten dient.
Evenals ons moderne luchtruim eigenlijk - de 'wolken' van Bloem, doorsneden door vliegtuigsporen - en de grootschalige realiteit van de ruimtelijke inpassing van de intensieve landbouw. 

Dat is jammer, want eigenlijk 'wil' ik - als 'nostalgische' consument van negentiende eeuwse wereldliteratuur - vogels zien, en geen vliegtuigen!
Maar voor ongerepte natuur met een grote biodiversiteit zal ik moeten verhuizen, en niet zo'n klein eindje ook.
Bijvoorbeeld richting de laatste oude bossen van Europa...
Maar dan wel in een huis op wielen! 
Want de komende twaalf jaar lijkt geen enkel bos veilig voor de met subsidies in het leven geroepen honger naar biomassa...

Kortom: mits ik bereid ben vrijwel al mijn moderne comfort op te offeren - inclusief veiligheid, zekerheid, stabiliteit en een sociaal leven - kan ik beginnen met mijn zoektocht naar de laatste oude bossen, met de laatste wilde dieren erin...
Vermoedelijk telkens voortgejaagd door de komst van nieuwe harvesters...

Vals dilemma?

Maar misschien is deze gedachtengang - alles heeft zijn prijs - wel het grootste valse dilemma van onze tijd.
Alsof er telkens maar twee mogelijke 'smaken' zijn: vrouwenkiesrecht óf uitgestrekte bossen, gezondheidszorg óf welig tierende populaties wilde dieren, voldoende voedsel voor iedereen óf de biologische landbouw en een eerlijke prijs voor de boer.
Want wat wel een beetje jammer is aan Fresco's optimistische tovenaars-verhaal: deze theorie is volstrekt antropocentrisch.
Alsof alle andere bewoners van onze planeet helemaal geen rechten hebben...

Maar als we het vliegen, het vlees eten en de (farmaceutische) multinationale industrie aan (overheids)banden leggen is er naar alle waarschijnlijkheid - bewijzen kan ik dit helaas niet - genoeg voedsel en gezondheidszorg voor iederéén.
In dit geval zónder dat onze gehele planeet op het altaar van de vooruitgang hoeft te worden geofferd...

Nou ja, zó simpel is het natuurlijk allemaal niet.
Maar om van de 'wonderen van het leven' te kunnen genieten hebben we gelukkig niet héél veel nodig: 'Alles is veel voor wie niet veel verwacht. Het leven houdt zijn wonderen verborgen, tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat', zo dichtte Bloem
Op dit moment lijken Bloems tijdloze woorden dan ook meer van toepassing op de film 'The ancient woods' dan op álle (rook?)wolken langs álle (groot)stedelijke zolderramen ter wereld. 

Helaas is er nog wel een probleem.
Zelfs áls de oorspronkelijke rijkdom van de natuur zich onverwacht aan de moderne wereldburger zou openbaren.
Want het is de vraag of we nog wel in staat zijn om zulke relatief stille wonderen spontaan te registreren.
Laat staan of we ze op eigen kracht - dus zonder gids, voice-over, telelenzen, interactieve spelletjes, toelichting of opzwepende achtergrondmuziek - op waarde weten te schatten. 

Misschien is het net als met een verslaving aan harddrugs: door een voortdurend bombardement aan hevige prikkels - harde geluiden, fel licht - vervlakt ons gevoelsleven.
Vervolgens komen subtiele signalen niet of nauwelijks meer bij ons binnen.
Daarbij: met 'oortjes' op het hoofd kan zelfs een eventuele nachtegaal fluiten tot ie een ons weegt...

De film 'The ancient woods' drukt ons met de neus op de toestand waarin onze aan de moderne tijd aangepaste zintuigen zich bevinden.
De filmbeelden zijn verstild, volledig in zichzelf verzonken.
We kijken en luisteren braaf, maar lijken aanvankelijk hopeloos tekort te schieten...
Onze met visuele en auditieve overvloed verwende zintuigen veroorzaken zelfs een zeker gevoel van onbehagen. 
Hoe lang gaat dit eigenlijk duren?
Komt er nog iets?!

Wacht maar, je ziet niet wat je ziet!
De natuur 'houdt zijn wonderen verborgen', inderdaad!
Voor wie het geduld heeft om de film uit te zitten lichten de hypermoderne camera's wél een tipje van de sluier op...
Hier kruipt een nooit vermoed wondertje tevoorschijn en daar ontwaakt een 'onverwacht' meesterwerkje van de natuur, volmaakt gaaf en, in alle eenvoud, betoverend.

Kortom: door deze beelden worden onze zintuigen aangescherpt, wordt ons waarnemingsvermogen uit een langdurige (half)slaap opgewekt...
Gaandeweg ontstaat de behoefte om deze grote rijkdom aan den lijve te ervaren.
Want een film blijft, net als de overvloed aan spectaculaire beelden van deze tijd, natuurlijk surrogaat...


Eindoordeel

Elders schreef ik al een andere beschouwing over de film Ancient Woods.
Deze film blijkt onverwacht veel associaties op te wekken!
Daar ben ik alweer, om nog verder af te dwalen...

Maar bij deze filmrubriek hoort in ieder geval een duidelijk en 'rationeel' eindoordeel op basis van de 11 duidelijk omschreven kenmerken van de literaire film
Hier zijn ze voor de zekerheid nog een keer:


De 11 kenmerken van de literaire film


  1. Er is geen achtergrondmuziek. Soms lijk je zelfs vrijwel helemaal niets te horen.
  2. De enige menselijk acteur is een oude man die midden in het bos in enkele vervallen bouwsels woont. Hij lijkt naadloos samen te vallen met het bos, en is zelf knoestig en verweerd als een oude boomstronk. De hoofdrollen zijn voor de in het bos levende dieren, die we - zonder commentaar - volgen bij hun  alledaagse bezigheden. In flagrant contrast met de reguliere natuurfilms zie je hier dus niet voortdurend spectaculaire achtervolgingen of uit elkaar gescheurde slachtoffers, maar gewoon het leven van alledag. Door het ontbreken van muziek én commentaar heeft dit alles onwillekeurig een opvallend intiem karakter. Hooguit een half puntje eraf, want de dieren - hoewel ogenschijnlijk slechts figuranten - doen het uitstekend.
  3. Doorbreken van vanzelfsprekendheden: de film breekt met met de methode van de klassieke natuurfilm. In dergelijke documentaires - BBC, EO - wordt veel uitgelegd, zien we veel spectaculairs - ook op het gebied van landschappelijk schoon - en worden onze emoties onwillekeurig (maar onophoudelijk) gestuurd door muziek. Opzwepende drums tijdens een achtervolging, romantische strijkers tijdens een indrukwekkende vogelvlucht, enzovoort. Maar in deze film gebeurt eigenlijk vrijwel niets. Toch zijn de scènes niet zomaar aan elkaar geplakt. Alle scènes lijken zorgvuldig geselecteerd, vermoedelijk zelfs uit een overmaat aan materiaal. In al zijn eenvoud heeft de film voor de toeschouwer onwillekeurig iets shockerends. Zelf realiseerde ik me vooral hoeveel 'ruis' het moderne (stedelijke) leven met zich mee brengt en hoe slecht we eigenlijk om ons heen kijken. Het ons omringende natuurlijke leven - voor zover aanwezig - lijkt nu vaak zelfs vlak en nietszeggend. Wij zijn niet langer ontvankelijk voor de subtiliteit en de eindeloze schakeringen van de natuur. Dat is óók wel weer mooi meegenomen, want zo weten we met een beetje geluk niet eens meer wat we missen...
  4. Deze film is niet in de eerste plaats maatschappijkritisch. Toch zou een toenemende aandachtigheid in relatie tot de stille wonderen van onze zwaar bedreigde natuur uiteindelijk kunnen bijdragen aan diepgaande maatschappelijke omwentelingen. Waarom was deze weinig spectaculaire film een bioscoophit in Litouwen? Misschien komt er wel een nieuwe 'romantische' beweging op gang! Hoe dan ook: wie deze beelden tot zich laat doordringen kan het valse dilemma van deze tijd - kiezen tussen natuur óf de ware zegeningen van de moderne tijd - niet langer voor zoete koek blijven slikken. Geen punt eraf dus! Want de film is, hoewel op een tersluikse en weinig in het oog springende manier, haast opruiend. De tijd voor breed gedragen verzet lijkt rijp...
  5. De kijker is aan zet. Er moet actief gekeken worden. De beelden zijn niet hapklaar, zoals we gewend zijn. Geen open einde, hoewel evenmin gesloten. Maar vooral de suggestie van eindeloze hoeveelheden natuur - zomaar, gratis en voor niets! - mits we er met onze tengels vanaf blijven...
  6. De film is uitzonderlijk traag. Dat is beslist even wennen. Hoe lang gaat dit duren?, vraag je je al bij de eerste beelden af. Maar nu het goede nieuws: het went. De aandacht verdiept zich, de concentratie neemt toe, de ontvankelijkheid lijkt nieuwe grenzen op te zoeken, en ineens is 'alles veel' voor wie 'niet veel verwacht'...
  7. Lijkt niet van toepassing: er zijn geen vragen en er zijn geen antwoorden. Het bos is er, en het was er altijd. Temidden van zoveel eeuwigheid lijkt de behoefte aan antwoorden te verdwijnen. Maar niet de behoefte om vragen te stellen. Zo vroeg ik me af: staat ook dit bos op de nominatie om te worden gesloopt? Hoe is de situatie in Litouwen? Hoe dan ook: half puntje eraf. 
  8. Er is geen voice-over, wat zeer ongewoon is voor een natuurfilm.
  9. Geen commerciële verleidingstactieken, en dat is mild uitgedrukt! Ogenschijnlijk doet deze film niets om de kijker te verleiden... Juist daarom is het zo verrassend (en verheugend) dat deze film in Litouwen een 'bioscoophit' werd...
  10. Of de details onverwisselbaar zijn is niet duidelijk. Er is immers geen sprake van een verhaal. Bepaalde dieren duiken meerdere keren op, en de volgorde voelt 'natuurlijk' aan. Hadden andere dieren eveneens de hoofdrollen kunnen bezetten? Waren andere gedragingen even veelzeggend of zelfs expressiever geweest? Half puntje eraf...
  11. De film is eigenzinnig en nonconformistisch. 
Eindoordeel: dikke 9. 
Bijzondere film, eigen in zijn soort, die ongewoon veel associaties oproept en langdurig tot nadenken stemt.

* Voor de goede orde (ik herhaal het nog maar een keer): dat de kindertjes in Afrika honger hebben heeft duizend redenen - die voornamelijk te maken hebben met de internationale machtsverhoudingen, handelsbelangen, bodemerosie(!), droogte en, last but not least, schaamteloze economische ongelijkheid - maar de biologische landbouw hoort daar NIET bij... 

Reacties

Populaire posts